De Canadese Angela Hewitt is een van meest befaamde hedendaagse vertolkers van Bachs pianomuziek. Voor Hyperion neemt ze echter al jarenlang de pianosonates van Ludwig van Beethoven op, telkens een album van drie of vier.
Beethoven componeerde tussen 1795 en 1822 tweeëndertig pianosonates. Samen met zijn symfonieën vormen ze de kern van zijn oeuvre. Dirigent Hans von Bülow bestempelde ze als het ‘Nieuwe Testament van de muziek’. Hij had een goede reden: ze openen een nieuw tijdperk.
Op dit album horen we er vier. De oudste dateert uit 1795, de jongste uit 1821, een kwarteeuw verschil dus waarin we alle evoluties van de componist kunnen beleven. In 1795 was Beethoven nog piepjong en had hij net zijn contrapuntstudies afgesloten.
De pianosonate in As-groot, opus 110, is een meesterwerk uit de latere jaren van de componist, die gekweld werd door doofheid en psychologische moeilijkheden. Kenners beschouwen het slot van het werk als een bijeenrapen van vertrouwen na ziekte en wanhoop. Beethoven verkent hier alle mogelijkheden van de piano, experimenteert met klanken en toont zich een meester van de fuga, een muzikale figuur die in zijn late werk een voorname plaats inneemt.