Als de onvolprezen liedbegeleider en -kenner Graham Johnson zich voor een verzameling lied-cd’s in een componist vastbijt, kan je er blind op vertrouwen dat er superkwaliteit geboden wordt. Dat is bij The Songs of Brahms niet anders. Het zesde volume is ongetwijfeld een (voorlopig) hoogtepunt van de reeks. Dat Ian Bostridge de zanger van dienst is, is daar uiteraard niet vreemd aan.
Hoewel Johannes Brahms zich vaak door het volkslied liet inspireren, en zijn liederen dus vaak een zekere eenvoud en lichtheid hebben, bloemleesde Graham Johnson op deze cd hoofdzakelijk trieste en zwaarmoedige liederen. Brahms’ emotionele leven werd gekarakteriseerd door onmogelijke of misgelopen liefdes en laat het lied nu net een uitlaatklep bij uitstek zijn om daar uiting aan te geven. Zo krijgen we het volledige opus 32: beschouwende poëzie vol wanhoop en dramatiek. De tekstexpressie van Ian Bostridge is uitstekend. In het eerste lied suggereert zijn stem de angst en het geëxciteerd zijn. In Ich schleich umher klinkt “düster” als pure treurnis en de donkere emotionaliteit ligt Bostridge bijzonder goed. Al heeft de stem nog steeds haar helderheid, ze is ondertussen iets zwaarder gaan klinken, maar kan nog steeds subtiel wisselen van kleur. Een voorbeeld? De frase “Denn sie müssen um zu schaden” in het lied Bitteres zu sagen, denkst du.
Ingehouden passie wisselt af met intimiteit. De stem is zacht en teder in het zeer mooie, ingetogen lied Du sprichst, dass ich mich täuschte. Bostridge is een meester in het scheppen van sfeer en verbeelding. Daarin wordt hij perfect door het pianospel van Graham Johnson bijgestaan. Zo gaat de charme van de stem in Liebesglut gepaard met de lichte pianotoetsen die het strelen door het haar evoceren. Ook de ironie in de liederen van Heine weet Bostridge perfect te treffen, vooral in het lied Es liebt sich so lieblich im Lenze, waarin het verdriet van de verloren liefde contrasteert met het gezang van de nachtegaal.
Hoogtepunt van introspectie is het zwaarmoedige lied Der Tod, das ist die kühle Nacht, waarin de ironie pure bitterheid wordt. Het tweede lied uit dit opus 96, Wir wandelten, wir zwei zusammen, ademt rust en stil geluk uit. Zelfs het naïeve Ständchen is onweerstaanbaar charmant. Tederheid en melancholie gepaard met natuurlijkheid en eenvoud maken de uitvoering van deze liederen door het duo Bostridge-Johnson hartverscheurend.
Zoals steeds wordt elk lied voorzien van de boeiende toelichting door Graham Johnson: een absolute meerwaarde. Een cd die ik onomwonden onmisbaar durf te noemen voor liefhebbers van Brahms en in het bijzonder van zijn liederen.