Het jaar 1685 was het jaar nul van de klassieke muziek, omdat toen Johann Sebastian Bach, Georg Friedrich Händel zowel als Domenico Scarlatti het levenslicht zagen. Laatstgenoemde stamde uit een Italiaans muzikaal geslacht, maar verzeil-de in Spanje. Hij werkte er tot zijn dood in 1757 voor zijn pupil, koningin Maria Barbara.
Het gros van Scarlatti’s oeuvre bestaat uit werk voor klavier. Hij componeerde niet minder dan 555 sonates voor klavecimbel en waarschijnlijk gingen er nog eens zoveel verloren. De sonates overleefden de tijd omdat Farinelli, de legendarische castraatzanger van de achttiende eeuw, ze in Madrid had leren kennen en 496 sonates, gekopieerd in vijftien in marokijnleer ingebonden banden, meenam naar Bologna in Italie. De voor Maria Barbara geschreven werkjes had-den een even grote invloed op de klavierkunst als Bachs werk.
De Canadese pianiste Angela Hewitt koos uit Scarlatti’s omvangrijke erfenis zestien sonates. Zelf zegt ze dat de werkjes zo prachtig zijn dat ze er in de toekomst nog meer wil opnemen. Schitterend bijvoorbeeld is de sonate Kk159, eigenlijk een tarantella, de typische dans uit Napels. Hewitt bespeelt een piano, een instrument dat toen niet bestond, maar dat het werk toch laat schitteren.