Lodewijk Mortelmans (1868–1952) was one of those responsible for the Flemish orchestral renaissance, and he also looked with curiosity beyond the Belgian borders. He was a student of Benoit and Blockx when he won the Belgian version of the Prix de Rome in 1893 with his (Dutch, of course) cantata Lady Macbeth, and used the prize money to travel to Germany and Italy to broaden his cultural experience. As a music correspondent he wrote about performances in Bayreuth and kept his finger on the pulse of European musical life. He explored the world’s literature and held a great affection for art and architecture. He founded and conducted the Maatschappij der Nieuwe Concerten, a progressive music society that invited conductors such as Hans Richter, Richard Strauss and Gustav Mahler to Antwerp. But he was also known (even in the United States) as the ‘Prince of Flemish song’ and in that sense he was the perfect exporter of Benoit’s ideas. His Prix de Rome was declared to be symbolic proof of the vitality of Benoit’s school. From 1924 to 1933 he was in fact Benoit’s successor at the Conservatory in Antwerp.

Mortelmans’ artistic career therefore seemed to progress in a crab-like manner: after composing orchestral music in an original way he then perfected the traditional approach. You cannot accuse Mortelmans of being musically avant-garde or adventurous: he was aware that European classical music was following a new, atonal and even serial path, but right up to his death he was unwilling to abandon his romantic signature. In other words, Benoit’s artistic, nationalistic, romantic approach continued to be propagated (packaged in an increasingly multifaceted complex of ideas) by the directors that succeeded him. And this also meant a continuing fascination for choral singing and the solo voice.

from notes by Tom Janssens © 2009
English: Christine Davies

Lodewijk Mortelmans (1868–1952) a fait partie des compositeurs responsables de la renaissance orchestrale flamande; en outre, il a regardé avec curiosité au-delà des frontières belges. Il était l’élève de Benoit et Blockx lorsqu’il a remporté la version belge du Prix de Rome en 1893 avec sa cantate (en néerlandais, bien sûr) Lady Macbeth et a utilisé la somme qu’il avait gagnée pour voyager en Allemagne et en Italie afin d’étendre son expérience culturelle. Comme correspondant musical, il a écrit sur les représentations à Bayreuth et a tâté le pouls de la vie musicale européenne. Il a exploré la littérature du monde et affectionnait l’art et l’architecture. Il a fondé et dirigé les Maatschappij der Nieuwe Concerten, société musicale progressiste qui a invité à Anvers des chefs d’orchestre tels Hans Richter, Richard Strauss et Gustav Mahler. Mais il était aussi connu (même aux États-Unis) comme le «Prince du lied flamand» et, en ce sens, il a été le parfait exportateur des idées de Benoit. Son Prix de Rome a été considéré comme une preuve symbolique de la vitalité de l’école de Benoit. Et entre 1924 et 1933, il a été en fait le successeur de Benoit au Conservatoire d’Anvers.

La carrière artistique de Mortelmans semble donc avoir progressé par à-coups: après avoir composé de la musique orchestrale d’une manière originale, il a perfectionné l’approche traditionnelle. On ne peut accuser Mortelmans d’avant-gardisme ni d’être un aventurier sur le plan musical: il a compris que la musique classique européenne était en train de suivre une nouvelle voie, atonale et même sérielle, mais jusqu’à sa mort il est resté fidèle à sa signature romantique. Autrement dit, l’approche artistique romantique et nationaliste de Benoit a continué à être propagée par les directeurs qui lui ont succédé (sous la forme d’un complexe d’idées aux facettes de plus en plus nombreuses), ce qui impliquait aussi une fascination continue pour le chant choral et la voix soliste.

extrait des notes rédigées par Tom Janssens © 2009
Français: Marie-Stella Pâris

Lodewijk Mortelmans (1868–1952) war mitverantwortlich für die flämische Orchesterrenaissance und er schaute auch mit neugierigem Interesse über den belgischen Tellerrand hinaus. Er studierte bei Benoit und Blockx als er 1893 mit seiner (natürlich niederländischen) Kantate Lady Macbeth die belgische Version des Prix de Rome gewann; mit dem Preisgeld finanzierte er eine Bildungsreise nach Deutschland und Italien. Als Musikkorrespondent berichtete er über Aufführungen in Bayreuth und hatte seinen Finger am Puls der europäischen Musikszene. Er setzte sich mit Weltliteratur auseinander und interessierte sich besonders für Kunst und Architektur. Er gründete die Maatschappij der Nieuwe Concerten, eine progressive Musikgesellschaft, die Dirigenten wie Hans Richter, Richard Strauss und Gustav Mahler nach Antwerpen einlud und bei der er auch selbst als Dirigent agierte. Mortelmans war jedoch auch (sogar in den USA) als „Prinz des flämischen Lieds“ bekannt und in diesem Kontext war er der ideale Exporteur der Ideen Benoits. Sein Prix de Rome wurde zum symbolischen Beweis der Vitalität der Benoit-Schule erklärt. Von 1924 bis 1933 war er sogar Benoits Nachfolger am Antwerpener Konservatorium.

Mortelmans’ Laufbahn schien also krebsartig zu verlaufen: nachdem er originelle Orchesterwerke komponiert hatte, perfektionierte er den traditionellen Ansatz. Man könnte Mortelmans nicht vorwerfen, avantgardistisch oder besonders kühn gewesen zu sein: es war ihm bewusst, dass sich die klassische Musikszene Europas auf neue, atonale und sogar serielle Wege begab, doch er hielt zeitlebens an seinem romantischen Stil fest. Mit anderen Worten, Benoits künstlerischer, nationalistischer und romantischer Ansatz wurde von seinen Nachfolgern weiterhin verbreitet und in immer vielseitigere Ideenkomplexe eingefasst. Dies bedeutete auch eine andauernde Faszination für Chorgesang und die Solostimme.

aus dem Begleittext von Tom Janssens © 2009
Deutsch: Viola Scheffel

Lodewijk Mortelmans (1868-1952) ligt mede aan de basis van een orkestrale renaissance binnen de Vlaamse muziekscène en keek met curiositeit tot voorbij de grenzen. Als leerling van Benoit en Blockx won hij in 1893 de Belgische editie van de Prix de Rome met zijn (uiteraard Nederlandstalige) cantate Lady Macbeth, en maakte hij met het stipendiumgeld cultuurreizen naar Duitsland en Italië. Hij berichtte als muziekcorrespondent over uitvoeringen in Bayreuth, en hield de vinger aan de pols van het Europese muziekleven. Hij verdiepte zich in de wereldliteratuur en legde een mateloze liefde voor schilderkunst en architectuur aan de dag. Hij was de oprichter en dirigent van de Maatschappij der Nieuwe Concerten, een progressief ingestelde muziekvereniging die dirigenten als Hans Richter, Richard Strauss en Gustav Mahler naar Antwerpen haalde. Maar ook, hij was (tot in de Verenigde Staten) bekend als “de prins van het Vlaamse lied”, en als zodanig de gedroomde exporteur van Benoits gedachtegoed. Zijn Prix de Rome werd verklaard als het symbolische bewijs van de vitaliteit van Benoits school. Van 1924 tot 1933 was hij zelfs diens opvolger aan het Antwerpse conservatorium.

Markant is dus dat de artistieke carrière van Mortelmans een kreeftsgewijze beweging lijkt te maken: eerst als origineel componist van orkestmuziek, daarna als voltooier van de traditie. Maak van Mortelmans dus geen muzikale nieuwlichter of avonturier: ondanks het besef dat de Europese kunstmuziek een nieuwe, atonale of zelfs seriële weg ingeslagen was, bleek hij tot aan zijn dood niet bereid het romantische signatuur zomaar achter zich te laten. Kortweg: Benoits artistiek-nationalistische, romantische inslag werkte (ingekapseld in een ideologisch alsmaar veelzijdiger gekleurd ideeëncomplex) door in het directoraat van zijn opvolgers. Met een blijvende fascinatie voor koorzang en liedkunst tot gevolg.

Tom Janssens © 2009